Een vaccin voor de arbeidsmarkt - Fons Leroy

12 mei 2022 in
VOV lerend netwerk vzw
| Nog geen reacties

Ook na zijn pensioen blijft voormalig VDAB-topman Fons Leroy een belangrijke stem in het debat over werkbaar werk. In "Een vaccin voor de arbeidsmarkt" legt hij enkele pijnpunten van de Vlaamse arbeidsmarkt bloot, die door de coronacrisis extra belicht werden. Het boek is bedoeld als wake-up call en er zaten wel wat eye-openers in.

Auteur: Annelien Van Bellingen

Fons Leroy doet in "Een vaccin voor de arbeidsmarkt" concrete voorstellen om de arbeidsmarkt aantrekkelijker en duurzamer te maken en beter te wapenen tegen volgende crisissen. 

Verschillende arbeidsmarktthema's passeren de revue, maar ook onderwijs en vorming krijgen veel aandacht. Aan elk thema (bijvoorbeeld Huis van Werkvermogen, Digitalisering en robotisering, Thuiswerken, Duaal leren,...) wijdt Leroy een apart hoofdstuk. Toch is het snel duidelijk dat we de diverse thema's in samenhang moeten bekijken om te komen tot een vernieuwende visie én aanpak.

Inhoudelijk sluit het boek aan bij eerdere publicaties van Leroy, bijvoorbeeld "Work action heroes", "No jobs" en "Werk aan werk". 

Zoals bij de adviesraad tijdens de coronacrisis pleit Leroy ervoor dat politici en sociale partners ook op vlak van arbeidsmarktbeleid, vorming en onderwijs, duurzaam ondernemen, sociale zekerheid de inbreng vragen van academici en deskundigen. Hij noemt o.a. Luc Sels, Ans De Vos, Stijn Baert, Elke Van Hoof, Pedro De Bruyckere.

Andere inspiratiebronnen - en dat is ook af te leiden uit de bibliografie - zijn Rutger Bregman, Peter Hinssen, Günther Schmid en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (Nederland).

Wat ik goed vond aan het boek is dat Leroy niet alleen de pijnpunten blootlegt, maar ook oplossingen en quickwins aanreikt. Theoretische concepten, zoals het Huis van Werkvermogen en de 21ste-eeuwse competenties, komen aan bod, maar Leroy doet telkens voorstellen om die concepten te verankeren in concrete beleidslijnen en acties. 

Het boek is bedoeld als wake-up call, niet alleen voor politici en beleidsmakers, maar eigenlijk voor iedereen die bezig is met rekrutering en selectie, opleiding, vorming, loopbaanheroriëntering, inclusie,... Daarom zou ik het boek voornamelijk aanraden aan de bevoegde ministers van werk en onderwijs, hun beleidsmedewerkers, de sociale partners, loopbaancoaches, HR- en/of L&D-verantwoordelijken,... Als medewerker van een loopbaancentrum in een overheidsdienst ga ik alleszins mijn uiterste best doen om mij niet blind te staren op bestaande reglementaire kaders. Er zaten wel wat eye-openers in het boek en dat vind ik altijd inspirerend.

De volgende drie inzichten neem ik er zeker uit mee:

1. Verschuif de focus van "jobs, jobs, jobs" naar "skills, skills, skills". We hoeven niet te wachten op nieuwe institutionele kaders, maar kunnen het als HR- en/of opleidingsverantwoordelijken zelf in handen nemen. Door overbodige functievereisten te schrappen en te selecteren op competenties en talenten. Door te investeren in opleidingsmogelijkheden en duaal leren. Door al in de individuele arbeidsovereenkomst afspraken te maken over opleiding, loopbaanbegeleiding, erkenning van verworven competenties, work-life balance,... Door tijdelijke werkloosheid te gebruiken voor vorming.

2. Onze sociale zekerheid heeft ons tijdens de coronacrisis kunnen beschermen tegen de "klassieke" risico's (zoals ziekte, werkloosheid en ouderdom), maar we moeten dringend meer oog hebben voor nieuwe risico's zoals laaggeschooldheid, kennisveroudering en digitale uitsluiting. Daarin ziet Leroy de loopbaanovereenkomst (= bedoeld om de rechten, plichten en verbintenissen van de werknemer, werkgevers, overheid,... gedurende iemands volledige loopbaan te expliciteren), de competentieportfolio (= overzicht van de verworven competenties, geactualiseerd en gevalideerd doorheen de loopbaan) en de loopbaanrekening (budget voor vorming, loopbaanbegeleiding, re-integratie,...) als drie belangrijke instrumenten, waarvan hij hoopt dat ze snel wettelijk verankerd worden. 

3. Naar analogie van het boek van Rutger Bregman: de meeste werkzoekenden deugen. Ze willen zo snel mogelijk aan het werk in een job die bij hen past en die perspectief geeft op een goed leven. Dat gaat me zeker ook inspireren als loopbaancoach in opleiding: ik wil vertrekken van de competenties, talenten, mogelijkheden en verwachtingen van mijn cliënt. Vertrekken van de vraag "wat wil en kan hij?" en niet "wat moet hij?".

Deel deze post
Aanmelden om een reactie achter te laten