Eva Kyndt: “Als wetenschapper ergeren we ons dat ongefundeerde hypes meer impact hebben dan wetenschappelijke inzichten, maar dat is ook onze schuld, evidence-based praktijk moet van twee kanten komen”

9 augustus 2021 in
Eva Kyndt: “Als wetenschapper ergeren we ons dat ongefundeerde hypes meer impact hebben dan wetenschappelijke inzichten, maar dat is ook onze schuld, evidence-based praktijk moet van twee kanten komen”
VOV lerend netwerk vzw, Tess Van Linden
| Nog geen reacties

Ter ere van ons vijftigjarig bestaan doet VOV dit jaar vijftig één-op-ééntjes met mensen die vanuit praktijk, onderzoek en beleid mee de wereld van L&D vandaag en in de toekomst waarmaken. Hoe kijken zij naar het L&D-landschap? Wat zouden ze zelf graag bijleren? Vijftig keer vijf vragen over L&D. Nummer 31 met Prof. dr. Eva Kyndt aan Universiteit Antwerpen, België en Swinburne University of Technology Melbourne, Australia.


Wat kenmerkt voor jou een goede L&D-er? Waarom?

“Een goede L&D professional voor mij, is iemand die het bos door de bomen ziet en tegelijkertijd begrijpt dat iedere boom zijn eigenheid heeft. Een eigenheid die mee gevormd wordt door de plaats van die boom in dat bos en de bomen in de nabije omgeving. Met andere woorden, een goede L&D professional heeft aandacht voor de leernoden, wensen, prioriteiten en mogelijkheden van het individu alsook de organisatie, en houdt daarbij rekening met de sociale structuur van die organisatie.”

“Leren en ontwikkelen is een complexe aangelegenheid waar verschillende stakeholders elkaar moeten vinden. Meer en meer wordt ingezien dat leren niet langer meer een ‘nice to have’ is maar potentieel cruciaal voor de toekomst van een organisatie. Ik zie daar twee gevolgen van naar voor komen. Ten eerste, we zien– traag maar zeker – dat L&D een meer strategische plaats krijgt in organisaties. Tegelijkertijd, wordt er – vaak sneller – verwacht dat L&D return on investment moet aantonen, met als een ultiem doel de financiële impact van L&D te kunnen bewijzen. Ik ben een grote voorstander van het integreren en aligneren van ‘business’ en menselijke ontwikkeling in een organisatiecontext, maar doe tegelijkertijd een oproep om de return on investment niet naïef te reduceren tot (korte termijn) financiële return.”

“Daarnaast is het belangrijk dat L&D-ers organisaties benaderen als sociale systemen, naast “human resources” wordt het dus hoogtijd om aandacht te hebben voor “social resources”. Zoals bomen in een bos beïnvloed worden door de bomen die naast hun staan, worden werknemers beïnvloedt door de mensen waarmee ze in interactie staan. De relationele bedrading van een organisatie – het sociale netwerk of informele structuur van een organisatie – bepaald hoe kennis doorgegeven wordt, hoe we leren van elkaar maar ook welke attitudes we doorgeven aan elkaar. Wist je bijvoorbeeld dat burn-out in zekere mate besmettelijk is? Een goede L&D-er voor mij, maakt dus gebruik van de recente inzichten rond sociale netwerken, en integreert menselijk en sociaal kapitaal bij het vormgeven van de L&D strategie en aanpak.”


Wat is de belangrijkste les die je hebt geleerd in je carrière?

“Binnen een academische loopbaan is het heel erg belangrijk dat je diepe kennis opbouwt in een specifiek domein en daar ook zichtbaarheid in opbouwt bij je zogenaamde peers. Aan de start van mijn loopbaan werd aangehaald dat ik “een nogal brede interesse” had en dat mogelijks negatief zou uitdraaien. Die “brede interesse” maakte dat ik altijd net iets anders was dan mijn peers, ik was de pedagogie student die graag statistiek deed, de doctoraatsstudent die naast haar doctoraat nog vele zij-projectjes had, de doctor in de pedagogische wetenschappen die op 29-jarige leeftijd professor werd in de onderzoekseenheid arbeidspsychologie, en de professor die na het krijgen van een vaste benoeming en promotie, de (deeltijdse) stap naar het buitenland zette om er bij een technologische universiteit met diepe industrieconnecties aan de slag te gaan. Ik zou het niet als het gemakkelijkste pad bestempelen, maar wel een pad dat bij mij paste en waar ik veel uit leerde.”

“Het belangrijkste wat ik geleerd heb, is dat een diepe kennis des te boeiender en waardevoller is als we over de grenzen (van de disciplines) heen kijken en samenwerken. Ik zie helaas nog heel wat academici angstvallig ‘hun domein bewaken’ soms ten koste van andere – vooral junior – collega’s en zich dieper en dieper ingraven in ‘hun domein’. Ze zijn ongelofelijke experts in hun specifieke topic, maar verliezen de innovatie en toepasbaarheid soms uit het oog. Het verbaasde me dan ook niet om te lezen dat een wetenschappelijke studie vond dat de grote gerespecteerde journals, zelden degene zijn die nieuw (en later blijkend) baanbrekend onderzoek naar buiten brachten. Persoonlijk ben ik het meest gegroeid uit samenwerkingen met mensen die net andere kennis hebben dan ik. Ik denk dan aan mijn samenwerkingen met bio-ingenieurs, sportwetenschappers, architecten, economisten, etc. maar ook HR managers, ondernemers, en consultants. Deze samenwerkingen over de grenzen heen laten me voelen hoe veel ik nog niet weet en kan leren maar tegelijkertijd ook hoeveel kennis ik bezit, een uitdagende maar enorm boeiende balans om te bewaken.”

 

Hoe zie je de wereld van L&D in de toekomst evolueren?

“Als wetenschapper hoop ik dat L&D meer en meer evolueert naar een evidence-based praktijk. Onder onderzoekers zuchten we wel eens wanneer de zoveelste hype voorbijkomt en we zien dat deze overal opgepikt wordt, terwijl wetenschappelijke inzichten en methodes nog steeds maar weinig voeten in de grond krijgen. Te vaak wordt L&D vanuit buikgevoel of eigen ervaring vormgegeven zonder dat wetenschappelijke inzichten geraadpleegd worden. Maar als we eerlijk zijn met onszelf, ligt dat ook aan ons. Wetenschappelijke artikels zijn geen pretje om te lezen, zelfs na jaren actief te zijn als onderzoeker en een behoorlijk aantal publicaties op mijn naam te hebben staan, blijft het een stevige inspanning om wetenschappelijke literatuur ten gronde door te nemen. Bovendien is het moeilijk om wetenschappelijke artikels te vinden waarin duidelijk stelling wordt genomen en resultaten te vinden zijn die direct vertaalbaar zijn naar de praktijk. Als wetenschapper is het belangrijk om genuanceerd te zijn en bevindingen te zien voor wat ze zijn en niet zijn. Maar nuance op nuance op nuance is niet bepaald werkbaar. Ik hoop dan ook dat wetenschap en praktijk dichter naar elkaar toe komen, dat universiteiten vertaling van onderzoek gaan stimuleren, waarderen en ondersteunen, dat academici en L&D professionals hun eigen kennis blijven waarderen maar ook zien dat co-creatie de weg vooruit is.”

 

Zijn er trends in de wereld van L&D of de arbeidsmarkt in het algemeen die je zorgen baren?

“Ik zie een heel aantal evoluties die heel erg positief zijn, maar ook wel een aantal gevaren met zich meebrengen. Ze allemaal bespreken zou me wat te ver leiden, maar ik pik er twee uit: Analytics en digitalisering.”

“De sterk groeiende populariteit van HR en Learning analytics is een eerste evolutie die ik vaststel. Er is een echte explosie aan de interesse in HR en Learning analytics, als ‘die student die graag statistiek deed’ ben ik heel erg blij om te zien dat ‘data’ beslissingen mee aanstuurt. Maar helaas zie ik hier ook een aantal gevaren de kop opsteken. Ten eerste is er de kwaliteit van de data, ik merk dat in de praktijk het opstellen van goede surveys bijvoorbeeld erg onderschat wordt, te vaak worden vragen ‘verzonnen’ waarbij de validiteit en betrouwbaarheid ver te zoeken is. Hoe geavanceerd je data-analyse ook is, onbetrouwbare data leidt nooit tot betrouwbare en valide inzichten. Daarnaast is er de soms twijfelachtige interpretatie van de betekenis van de data, als ik lees dat competenties kunnen bepaald worden puur op basis van het scrapen van digitale platformen zonder enige context, dan frons ik mijn wenkbrauwen toch eens. Maar zelfs als data betrouwbaar, valide en betekenisvol zijn, dan nog is data niet het enige wat tot evidence-based praktijk leidt. Het is één van de ingrediënten die samen met wetenschappelijke inzichten, praktijkervaringen en stakeholder prioriteiten moet samengebracht worden.”

“Een tweede evolutie is de sterke digitalisering van L&D producten. Er bestaan ondertussen een heel aantal erg boeiende en ook sterke digitale platformen en tools. Zelf werk ik bijvoorbeeld mee aan een platform die jonge professionals ondersteunt in hun loopbaaneen applicatie die bedrijven ondersteunt in het opzetten van hybride werkomgevingen, en de bouw van een in Australië uniek platform die ervoor zorgt dat organisaties hun welzijnsbeleid strategisch, concreet en impactvol is. Deze bedrijven delen – in tegenstelling tot vele anderen – dat ze hun ontwikkeling laten ondersteunen door wetenschappelijk onderzoek, maar ook door het feit dat ze hun digitale tool combineren met een menselijke component. Deze digitale platformen hebben enorm veel waarde op zichzelf, maar waar nodig kunnen jonge professionals en bedrijven ondersteuning krijgen (MyCareerCompanion) of in gesprek gaan met hun ‘buddy’ die op zijn beurt weer ondersteuningsmateriaal ter beschikking heeft (Readiness). Ik geloof heel erg in de rol van digitale tools, maar vrees voor tools die opgesteld zijn zonder grondige kennis van pedagogische en psychologische inzichten waarbij er geen enkele connectie is met een menselijk component.”

 

Wat zou je zelf het komende jaar graag bijleren, aanleren of afleren?

“Ik heb voor mezelf twee ontwikkeldoelen vooropgesteld voor de komende jaren. Ten eerste, wil ik de tijd vinden om mijn data-analytische vaardigheden bij te scherpen. Als professor kom je nog maar zelden toe aan zelf onderzoek doen, laat staan data analyseren en dat mis ik wel. Als doctoraatstudent heb ik vroeger heel wat geavanceerder statistische technieken kunnen leren alsook wat geëxperimenteerd met Artificiële Intelligentie. Er zijn ondertussen heel wat ontwikkelingen gebeurd die ik niet heb kunnen bijhouden, en daar hoop ik binnenkort wat verandering in te brengen. Zoals ik zei, HR analytics is een deel van de toekomst, door mijn ‘data science’ vaardigheden sterker te maken, hoop ik een bijdrage te leveren aan het HR analytics veld zodat we de bovengenoemde valkuilen kunnen vermijden.”

“Ten tweede wil ik beter worden in het vertalen van onderzoek naar de praktijk. Ik wil onderzoek doen dat relevant is en op een manier naar buiten brengen die zinvol is voor de praktijk. Ik wil beter worden in het vertalen en valoriseren van de inzichten die ik de afgelopen jaren opgebouwd heb. Ik leer enorm veel uit mijn samenwerkingen met bedrijven en ondernemers, en hoop daar meer tijd voor te vinden. Ik denk dat ik daarbij ook eens moet nadenken over hoe ik mijn leertraject daarvoor kan vormgeven door bijvoorbeeld goeie voorbeelden te identificeren, te volgen en met hen in gesprek te gaan."

Deel deze post
Aanmelden om een reactie achter te laten