Vorig week lazen we in het kader van onze Start to Learn campagne de handleiding voor uitblinken Ontdek je Sterke Punten. Deze week een boek met een (schijnbaar) heel andere insteek: Fouten Maken Moed door Remko van der Drift, directeur van het Instituut voor Faalkunde (2016).
Waar Ontdek Je Sterke Punten een recept wilde leveren voor excellentie op het werk, claimt Van der Drift dat ons verlangen naar succes zo groot is geworden, dat het neurotische vormen heeft aangenomen: “Er is veel te veel prestatiedruk in onze samenleving: goed moet en niks is goed genoeg. We moeten allemaal honderd procent bovengemiddeld scoren.” In de veertien jaar die zich tussen de twee boeken bevindt, hebben we als samenleving inderdaad duidelijker gezien wat de negatieve gevolgen van prestatiedruk kunnen zijn.
De vraag is natuurlijk of je een zelfontwikkelingsboek kunt schrijven dat niet over groei en verbetering gaat. Van der Drift noemt het doel niet ‘succes’ maar ‘verder komen in het leven’. Het slaat in ieder geval niet enkel op de werkomgeving.
Maar dus, ook dit boek staat voor groei. Meer nog: het staat voor de growth mindset en het geloof dat we zelfs onze talenten kunnen uitbreiden én kunnen groeien op domeinen waar we weinig aanleg hebben. Zoals in het boek Breinopeners van Ria Van Dinteren mooi werd uitgelegd: de breinwetenschap is nog niet zover dat we hierover uitsluitsel kunnen geven. Ligt het meeste vast of zijn hersenen toch plastischer dan bijvoorbeeld Dick Swaab (auteur van o.a. We zijn ons brein) beweert? We weten het eenvoudigweg nog niet. Wat we wel weten, zegt Van Dinteren, is dat trainingen het meest effect hebben als je uitgaat van het tweede. Een vaste mindset, zegt Van der Drift, zorgt voor selffulfilling prophecy: als je denkt dat je het niet kunt (leren), lukt het ook moeilijker.
Anti-succes in Coronatijden
Het streven naar perfectie geeft druk en kramp. Druk die veel meer schade kan veroorzaken dan de fouten op zich, aldus Van der Drift. Een van de elementen die hij hiervoor aandraagt, is het feit dat er heel veel goed gaat in onze leefwereld. We staan onszelf niet meer toe om te falen omdat we eraan gewend geraakt zijn dat alles vlekkeloos verloopt.
Het Coronavirus heeft deze realiteit een flinke knauw gegeven. Even loopt niks meer zoals we het gepland hadden. Zou het kunnen dat we hiermee in een iets betere setting zijn geraakt om fouten te maken? Dat we een beetje ontkrampen? Vooral de eerste weken, voelde ik (of projecteerde ik, dat kan ook) een grotere vrijheid om fouten te maken, omdat iedereen in hetzelfde onwetende schuitje zat. Fantastisch als het lukt die meeting via Zoom - en anders volgende keer beter. Gewoon proberen. Natuurlijk vinden we als samenleving nog altijd iets van elke vergissing (kijk maar wat Wilmès’ powerpoint teweegbracht), maar het speelveld lijkt wel meer open te liggen.
Mislukking moet hoe dan ook meer ruimte krijgen, aldus Van der Drift: “Laten we van onze fouten onze succesverhalen maken, waarmee we onszelf ruimte en lucht geven en tegelijkertijd een inspirerend voorbeeld kunnen zijn voor de wereld om ons heen.” En: “Als we accepteren dat iedereen leert door falen, dan ontstaat er meer onderling begrip en verbinding.”
Nog even over de growth mindset van Carol Dweck
Dweck zegt dat we onze aandacht moeten verleggen van willen scoren naar met toewijding werken aan je leerproces. De paradox is dat je hierdoor juist meer succes hebt. Als mensen in organisaties voelen dat de organisatie gelooft in het ontwikkelen van mogelijkheden, voelen medewerkers zich meer gesteund en betrokken en omarmen ze innovatie en creativiteit.
Met een vaste mindset maak je je eigenwaarde afhankelijk van je prestatie. In een groeimindset is succes rechtstreeks gekoppeld aan inspanning en ontplooiing. Je overtuiging is dat uitdagingen jouw talenten activeren en je mogelijkheden vergroten. Hoe harder je werkt en hoe meer moeite je ervoor doet, hoe beter je wordt. Onderzoek wijst uit: voor groei is oefenen en focus op ontwikkeling belangrijker dan overtuiging dat je getalenteerd bent. Mensen met groeimindset beseffen dat een fout het resultaat is van een inspanning die niet heeft gewerkt in plaats van persoonlijke nederlaag.
De auteur stelt overigens niet dat je op elk vlak kan en moet groeien. Hij adviseert te kijken waar je verandering het meest impact heeft. Sommige tekortkomingen kun je beter gewoon accepteren. Een situatie die meer aansprekend is, werkt daarbij beter om in de groeimindset te komen.
En niet bang zijn om te proberen: “Angst achterop je fiets zetten in plaats van aan het stuur.” Dat vergt foutenmakenmoed – de kern van dit boek. Foutenmakenmoed is volgens Van der Drift nodig om slim te falen.
Kijk wie er allemaal mee op je fiets zit
Om vervolgens te leren van onze fouten, lijkt het belangrijk bewustzijn te ontwikkelen over welke stemmen er allemaal aan het woord zijn in je hoofd, wie er allemaal nog meefietst. Van der Drift liet zich inspireren door verschillende Oosterse denkwijzen.
Allereerst onderscheidt hij het ego. Daaronder verstaat hij onze strategieën om ons sterk, slim en waardevol te voelen. Het is belangrijk om te beseffen dat dit niet iets is dat we zijn, maar dat we hebben. Je hoeft ze niet te bestrijden, maar door ze los te koppelen van je zijn, kun je wel milder zijn voor jezelf als er iets mislukt.
Dan hebben we de innerlijke criticus. Ook hier belangrijk: ruimte creëren tussen hem/haar en jezelf. Dan kun je hem/haar objectiever waarnemen. Kijk naar jezelf met zelfcompassie. Dat klinkt zo: “Je mag best een keer niet zo lief en voorkomend zijn. Ik merk dat het je pijn doet dat je zo bot bent geweest, Remko. Misschien is het goed om even een kopje thee te zetten en rustig te gaan zitten en lief voor jezelf te zijn door te voelen wat voor last je ervaren hebt.” Met zelfcompassie is het makkelijker om de behoefte aan waardering van anderen niet meer na te jagen.
Door het ego en de innerlijke criticus wat verder weg te zetten, ontsnappen we aan zelfrechtvaardiging en zelfbeschuldiging. Deze fenomenen staan leren uit fouten in de weg. Ze zorgen voor een vervorming van de werkelijkheid, waardoor het moeilijker wordt om fouten zo objectief en neutraal mogelijk te aanschouwen.
Praten over fouten
Waarom is het zo moeilijk te praten over onze fouten? Volgens Van der Drift zijn we gebrainwashed met het idee dat positieve informatie altijd beter is dan negatieve. Terwijl onderzoek van de University of Florida aantoont dat negatieve informatie een groter leereffect heeft dan positieve.
Van der Drift adviseert dan ook actief te vragen naar kritiek. Hij noemt het voorbeeld van het bordje bij wc’s in bijvoorbeeld restaurants: ‘Wij controleren de toiletten regelmatig, mocht er desondanks iets niet in orde zijn, wilt u het ons dan even laten weten?’ Dit laat zien: de intentie is er, maar misschien lukt het niet altijd. “Dus vraag naar jouw ‘vieze wc’!” En vraag door naar precieze voorbeelden.
Blij zijn met kritiek en jezelf in de groeimindset zetten is vaak moeilijk. Emoties als schuld en schaamte staan in de weg. Ook hier lijkt uitspreken de oplossing. Heel mooi vond ik het argument dat schaamte het niet overleeft uitgesproken te worden. “Door empathisch te reageren, jij op jezelf of iemand anders op jou, wordt schaamte makkelijk hanteerbaar.”
Zet je omgeving in de groeimindset
Van der Drift geeft veel tips en voorbeelden om jezelf te helpen in de groeimindset te zetten en slim te falen. Het laatste hoofdstuk helpt om dit ook toe te passen op de omgeving.
De eerste tip is: neem speelsheid serieus. Spelen en leren gaan hand in hand. Naarmate we ouder worden, spelen we steeds minder. Dat is niet altijd zo geweest (lees hierover dit artikel van Rutger Bregman op De Correspondent). Het hoort nochtans bij deze tijd van “wat vandaag geldt, hoeft dat morgen niet meer te doen”. Door speelsheid serieus te nemen, geef je ook meer faalruimte aan de ander.
Tip 2: ontschuldig de ander. Gaat er iets mis? Wees dan oprecht nieuwsgierig naar het hoe en wat. “We maken fundamentele attributiefouten omdat we meestal te weinig informatie hebben en niet weten wat de situatie voor de ander precies betekent. Daarbij nemen we, zeker in de westerse individualistische cultuur, als eerste het individu waar en niet de situatie.”
De derde tip is: zet je omgeving in de groeimindset. De beste manier om dit te doen is om het zelf uit te dragen in je gedrag. Wees behulpzaam en denk met de mensen in je omgeving mee na over grotere doelen.
En tenslotte, denk aan je complimenten. Geef procesgerichte complimenten die verwijzen naar aanpak in plaats van persoonsgerichte complimenten die verwijzen naar aanleg. Dus niet ‘wat ben je slim’ en wel ‘wat deed je die presentatie goed’. Deze complimenten blijven langer handen en vermijden verkramping – door te blijven verwijzen naar aangeboren eigenschappen, trigger je bij de ontvanger een vaste mindset.
Blijven proberen!
Fouten maken moed is een zeer vlot leesbaar boek met veel aanknopingspunten voor het dagelijks leven, zowel op het werk als in het persoonlijk leven. Er staan heel veel oefeningen in. Enkele leuke TODO’s vond ik:
- Maak een alternatief cv van mislukkingen
- Denk na over jouw vaste mindset-triggers: waarin wil je vooral bevestigd worden en ben je eigenlijk helemaal niet op zoek naar eerlijke feedback?
- Vraag je af: welke fouten heb ik deze week gemaakt en wat heb ik ervan geleerd?
- Vorm een uitdaging van de dag! Iets waarin je wilt oefenen
"Ik heb veel geleerd van mijn fouten, ik ga er snel nog een maken"