Zoveel aanbieders van leerplatformen en -tools beweren dé perfecte oplossing te hebben. Maar hoe doorzie je al die marketingclaims? Op welke rode vlaggen moet je letten? En hoe maak je zelf jouw verwachtingen kristalhelder? Nederlanders Ronny Lohuis (Courseware) en Maxim van Zeijl (aNewSpring) staken de grens naar Vlaanderen over om tijdens de laatste VOV-Pitstop van 2024 in hun kaarten te laten kijken.
Onverbloemde eerlijkheid mag je van onze noorderburen doorgaans wel verwachten. Daarom nodigde VOV lerend netwerk Nederlands leveranciers van leerplatformen Ronny Lohuis (Senior Consultant bij Courseware) en Maxim van Zeijl (Account Executive bij aNewSpring) uit om een paar ballonnetjes te komen doorprikken tijdens de afgelopen VOV-Pitstop over leerplatformen en authoringtools.
Hoe bepaal je met welke leverancier je in zee gaat? Wie is de juiste partner voor jouw project? En hoe ga je met hen in gesprek? Ronny en Maxim hielpen de aanwezigen om een paar fabeltjes te doorzien.
Leerplatform vs. leertool
Net zoals Soetkin Linhart tijdens de voorgaande sessie, benadrukten Ronny en Maxim het belang van op voorhand de juiste verwachtingen stellen van een Learning Management System (LMS). Soms is een LMS immers niet de juiste oplossing. Maar daarnaast bestaan er heel wat opvattingen over wat een LMS precies is.
Een korte bevraging van het publiek bracht bijvoorbeeld de volgende interpretaties aan het licht: een LMS is een platform waarop alles aanwezig is - waarop mensen kunnen zien welke opleidingen er bestaan en wat ze kunnen doen, maar ook een platform waarop L&D’ers dat kunnen opvolgen. Content creatie staat er volgens een van de deelnemers los van. Voor iemand anders is een LMS vooral een administratieve oplossing. Wat er geleerd is en door wie zit volgens haar in een andere tool of een ander systeem. Weer iemand anders in het publiek omschreef het LMS als een basisbouwsteen voor alles wat met leren te maken heeft, waarin ook sociaal leren verwerkt zit. Een LMS is een platform waarop ook kennisdeling kan plaatsvinden, hoorden we tot slot vanuit de zaal.
Lees verder onder de afbeelding.
Afgebeeld: Ronny Lohuis tijdens de laatste VOV-Pitstop van 2024.
Ronny en Maxim wezen op het verschil tussen een platform (waarop content verzameld is die voor anderen te consulteren is) en een tool (waarmee je content kan creëren). Dat er bovendien zoveel verschillende opvattingen zijn over ‘een LMS’, ligt volgens hen ook aan de leveranciers zelf, die zich proberen te onderscheiden van de rest in hun marketingcampagnes. Zet dus de juiste tool of het juiste platform in voor het juiste proces, tipten ze. Stel jezelf de vraag hoe je een LMS wil inzetten en voor welke doelgroep.
Rode vlaggen
Leveranciers van leerplatformen en leertools beloven vaak van alles. Maar wat kan er écht en wat is gebakken lucht? Ronny en Maxim zetten enkele claims op een rijtje waarmee je moet opletten.
“Het LMS is dood”: dit hoor je vooral vanuit het VK en de VS, merkten de twee sprekers op. Of dat waar is of niet, daar kan je over discussiëren. Maar het is vooral een uitspraak die bedoeld is om je nieuwsgierig te maken naar het aanbod van wie de stelling oppert, waarschuwden ze.
“Powered by AI”: AI is een modewoord geworden, stelden Ronny en Maxim. Bovendien is het heel gemakkelijk om dit te claimen, want AI heb je al gauw gebruikt. Denk maar aan de voorspellende algoritmes van Spotify en Netflix bijvoorbeeld. Of aan navigatiesystemen e.d. “Bovendien”, stelde Ronny tijdens de VOV-Pitstop. “Kan het zijn dat een LMS waarin nu al AI geïmplementeerd is, over twee jaar achter loopt. Vanwege de razendsnelle ontwikkelingen op dat vlak.”
“Alles-in-een-oplossing”: dat bestaat niet volgens Ronny en Maxim. Geen enkel platform en geen enkele tool kan alles.
“Gebruiksklaar”: ook dat kan niet, stelden de leveranciers uit Nederland. Een LMS of een leerplatform is een lege huls. Je moet er altijd mee aan de slag.
“Netflix voor leren”: deze stelling bracht een kleine discussie op gang met het publiek. Ronny en Maxim stelden dat het algoritme van Netflix niet al te goed werkt. Soms zie je aanbevelingen die niet bij je passen of zaken die je al gezien hebt, bijvoorbeeld. Die lijn kan je doortrekken naar leerapplicaties, stelden ze. Maar het grote aanbod en de kijk- en gebruikservaring doen je wel steeds terugkeren naar het platform, merkte iemand uit het publiek op. Op dat vlak doen ze het dus wel goed. “Met deze stelling doelen leveranciers vaak op de oppervlakte”, legde Ronny verder uit. “Je zou inderdaad het ‘Netflix voor leren’ onder het oppervlak moeten zijn.”
De kunst van het vragen
Nadat ze met het publiek op zoek gingen naar andere rode vlaggen, kaatsten de twee leveranciers uit Nederland de bal even terug. Net zoals het voor LMS-aanbieders belangrijk is om eerlijk en transparant te zijn, is het voor de vragende partij belangrijk om duidelijk te zijn en de juiste vragen te stellen.
“Toon me wat het kan”, of “Vul even deze lijst met vereisten in”, zijn volgens de leveranciers bijvoorbeeld vragen waar ze niet veel mee kunnen. De antwoorden op die vragen zullen dan ook weinig waardevol zijn voor de vragende partij en kunnen tot misverstanden leiden. Bovendien is het belangrijk om heldere taal te spreken. Wie met termen op de proppen komt die niemand buiten de organisatie bijvoorbeeld begrijpt, of waar verschillende interpretaties van zijn, kan bijvoorbeeld onjuiste verwachtingen creëren. Ook de vereisten die aan leveranciers voorgelegd worden, moeten dus helder én valide zijn.
Een blik in de kaarten van LMS-leveranciers: op deze rode vlaggen moet je letten